Is sporten gezond?
Ongetwijfeld. Al weet iedereen dat sporten ook ongezond kan zijn. Het punt dat ik in deze post ga maken, is dat de vraag “is sporten gezond?” vanuit een ander perspectief ook met ‘nee’ beantwoord kan worden.
Dat zit zo. Als je besluit te gaan sporten om gezond te blijven, en de rest van de dag blijft zitten, ben je mínder gezond bezig dan wanneer je niet zou sporten en de hele dag door rustig zou bewegen. Dus, is sporten gezond? Nee, de hele dag door bewegen is gezonder!
Jaren later
Die conclusie trok ik in een blogpost in 2017 op basis van twee onderzoeken uit 2013. Inmiddels is er heel wat onderzoek bijgekomen en zijn er ook de nodige meta-analyses uitgevoerd.
In die post beargumenteer ik dat je een hele dag stil zitten niet kunt compenseren met een uur sporten. Vandaar mijn antwoord “nee” op de vraag is sporten gezond? Wat zou mijn antwoord nu zijn, na het lezen van twee meta-analyses waarin ‘sporten’ als in een langere periode van fysieke activiteit werd vergeleken met korte blokjes om langdurig zitten te onderbreken?
Twee meta-analyses
Ik vond twee meta-analyses, één van Loh en collega’s uit 2020 en één van Quan en collega’s uit 2021. In beide meta-analyses werd de conclusie getrokken dat langdurig zitten onderbreken met korte blokjes fysieke activiteit leidt tot een lagere bloedsuikerpiek na een maaltijd dan één blok sporten. Wat mij opvalt, is dat Quan en collega’s die conclusie veel stelliger brengen dan Loh en collega’s:
Loh et al: “There was a statistically small advantage for PA [physical activity] breaks over continuous exercise for attenuating glucose … but no[t] insulin” p.295
Quan et al: “MPA-INT [moderate intensity physical activity intermittent interrupting {of prolonged sitting}] was significantly more effective than MPA-CON [moderate intensity physical activity in one bout of continuous interrupting {of prolonged sitting}] in reducing postprandial glycemia … [and] insulin” p.425
Eenvoudige vergelijking versus netwerkanalyse
Wat is daar aan de hand? De twee groepen auteurs kozen voor verschillende soorten analyses. Loh en collega’s deden een klassieke meta-analyse waarin ze korte blokjes fysieke activiteit vergeleken met een langer blok fysieke activiteit, terwijl Quan en collega’s een netwerkanalyse deden waarbij korte blokjes fysieke activiteit vergeleken werd met één van vele andere strategieën. Dat kán de oorzaak zijn van de verschillende antwoorden op de vraag “is sporten gezond?”
Dagelijks leven
Verder analyseerden Loh en collega’s alleen resultaten uit onderzoek waarin de beweegblokjes gestandaardiseerd waren. Dat maakt dat het onderzoek waar ik in 2017 over schreef, niet meegenomen werd. In dat Maastrichtse onderzoek kregen gezonde mannelijke studenten de opdracht om een bepaald aantal uren te zitten, te staan, te wandelen en al dan niet te sporten. De onderzoeksdeelnemers hadden een metertje om waarmee de onderzoekers achteraf konden zien in hoeverre de opdracht was uitgevoerd. Ik vind dat soort onderzoek relevanter, omdat het dichter bij de praktijk komt. Dat soort ‘real life’ onderzoek geeft een beter beeld van wat er zou kunnen gebeuren als bijvoorbeeld een huisarts dat beweegadvies zou geven dan onderzoek waarin alles tot op de minuut georkestreerd is.
Patiënten versus relatief gezonde deelnemers
Een ander verschil tussen beide meta-analyses was de selectie van deelnemers. Loh en collega’s richtten zich op onderzoeksdeelnemers die een groot risico hadden op of al bekend waren met type 2 diabetes, terwijl Quan en collega’s juist kozen voor relatief gezonde onderzoeksdeelnemers. Ze mochten wel bepaalde risicofactoren hebben, maar géén diagnose.
Meer vertrouwen
Omdat ik de ruwe data zelf niet aan analyses kan onderwerpen, moet ik het doen met wat beide onderzoeksgroepen gepubliceerd hebben. Ik neig ernaar meer vertrouwen te hebben in de stellige conclusie van Quan en collega’s, omdat
- er bij diabetespatiënten wellicht méér nodig is dan bij relatief gezonde mensen om een verschil te maken na een koolhydraatrijke maaltijd
- Quan en collega’s ook resultaten meetelden van ‘real life’ onderzoek.
En of ik die netwerkanalyse nou zo’n pluspunt vind van het onderzoek van Quan en collega’s, weet ik eigenlijk niet. Daarvoor ben ik niet kundig genoeg op dat gebied.
Is sporten gezond?
Ook na het lezen van deze twee meta-analyses trek ik de conclusie dat een uur sporten per dag niet kan compenseren voor een hele dag zitten. Daarmee is sporten niet inherent gezond of ongezond, het is voortdurend zitten dat ongezond is.
Mijn advies
en het advies van de geciteerde onderzoekers: onderbreek langere periodes van zitten elke 20 à 30 minuten door 2 minuten licht te bewegen. Het leuke aan de netwerkanalyse van Quan en collega’s was dat zij laten zien dat zitten onderbreken met alleen staan onvoldoende is, evenals actief zitten, zoals op een bal.
Hoe onderbreek jij je zittijd?
Ik vind het altijd leuk om te horen van mijn lezers! Stuur me een berichtje of maak een afspraak voor een gratis kennismakingsgesprek, dan hebben we het over wat jóu kan helpen.